23-8-17. De dag dat ik uit de kliniek kwam. De dag dat ik het safe house in kwam en er weer een nieuwe fase van mijn leven inging.

Zoveel gevoelens had ik hier bij: ik weet nog heel goed dat ik super zenuwachtig was, onzeker en heel erg bang voor wat er komen zou.

Mijn eerste tijd was ik vooral heel erg zoekende. Wat wil ik? Kan ik überhaupt iets?

Ik stelde dan ook heel vaak de vraag aan Hester: “ Wat moet ik vandaag gaan doen?” Ik kreeg dan als antwoord: “ nu even niks, vind jezelf eerst maar.” Maar hoe, dacht ik bij mezelf?

Ik kon me wel al heel snel aansluiten bij de meiden. Ik was de jongste van allemaal, 17 jaar, waardoor ik mezelf ook een beetje achterstelde. Maar ondanks dat ik dat deed  kon ik  het met iedereen wel erg goed vinden en voelde me daarbij ook wel erg op mijn  gemak.

Na een tijdje wennen ging het toch mis. Veel oud gedrag kwam naar voren en er kwam niks meer van mij terecht. Bankhangen, mijn eigen willetje,  niet opvolgen van advies, niet luisteren. Gewoon letterlijk een middelvinger uitsteken naar iedereen die mij eigenlijk zo graag wilde helpen.

Ik werd letterlijk op een stoel gezet en er werd aan mij de vraag gesteld: “ Welke kant wil je opgaan? Wil je het pad bewandelen wat je al eerder hebt bewandeld? Of wil je het pad opgaan en een goed leven tegemoet gaan?” Ik kan me nog goed herinneren dat ik op de stoel zat alsof ik een klein meisje was van vier jaar met haar rug naar de begeleiding toe. Handen over elkaar en huilend als een klein kind. Ik durfde het gewoon niet aan. De confrontatie met mezelf, want ja ik dacht toch dat ik niks kon? Ik ben toch anders? Niemand zal mij toch begrijpen, dacht ik,  …..  ik was echt bang om een nieuwe stap te zetten. Uiteindelijk heb ik nog een week met die gedachte rondgelopen en mijzelf elke keer de vraag gesteld: “Wat wil ik?” Uiteindelijk heb ik mijn keuze gemaakt. Wilde ik dit weer een opnieuw? Nee, ik wil een nieuw leven! Ik wil niet weer het moeilijke pad bewandelen.

Vanaf dat moment ging ik alle adviezen opvolgen wat er mij werd gegeven. Ik vond het moeilijk en heb er ook zeker mee gestruggeld want ik dacht natuurlijk dat ik niks kon.  Maar ik ging dingen doen die ik leuk vond. Ik ging dagbesteding doen bij de winkel van Rie. Ik ging daar altijd met plezier naar toe, drie dagen in de week.  Ik ging steeds meer dingen ontdekken wat Ik kon. Er ging letterlijk een nieuwe wereld voor mij open. ik zag een lichtpuntje in mijn leven waar ik zo lang heb naar moeten zoeken.

Ik ben weer vrolijk. Ik kan over dingen praten als iets mij dwars zit. Er kwam een sterke zelfverzekerde jonge vrouw naar voren. Iemand die niet over haar grenzen heen laat gaan. Iemand die zichzelf verbaasde over wat ze nou allemaal eigenlijk wel kon! Wauw. Stil werd ik ervan.  Ik ben zo ontzettend dankbaar voor de hulp die mij is gegeven, de onvoorwaardelijke liefde en de warme deken die ik om me heen heb gevoeld.  Ik kan oprecht zeggen dat ik van mezelf hou. Ik kan in de spiegel kijken en tegen mezelf zeggen dat ik oké ben.  En een ding weet ik zeker: ik wil niet meer terug naar mijn oude pad. Ik heb het vertrouwen in mezelf dat ik meer kwaliteiten in me heb dan dat ik dat in eerste instantie dacht.

Ik heb precies 1 jaar in het safe house gezeten want op 23-8-18 nam ik afscheid. IK vertrok op eigen kracht naar mijn ouders. Met pijn in m’n hart want ik verlaat de plek waar ik mijn nieuwe leven heb opgebouwd. Ik heb er zussen voor terug  gekregen,  meiden die ik in mijn hart heb gesloten. Spannend om deze liefdevolle plek te verlaten.  Maar ik heb vertrouwen in mezelf.

 

Ik ben dan ook ontzettend dankbaar dat ik na de kliniek ook de stap naar het safe house gezet heb. Dit is een goede keus geweest. Ja, ik heb mezelf terug. Het traject heb ik dus voor 100 duizend procent als goed ervaren.